Tijdens het eerste consult vindt er een uitvoerig gesprek plaats. Daarna volgt een observatie tijdens het lopen. Vervolgens wordt de stand van het lichaam in detail gemeten.
Ook wordt er informatie verkregen door observatie wanneer u ligt of zit. Hierbij wordt er gekeken naar de stand van de voeten, enkels, knieƫn, heupen, bekken (scheefstand), wervelkolom, schouders, nek en hoofd. Door middel van een blauwdruk van de voeten wordt veel informatie verkregen over onder andere drukpunten.
Het plaatsen van de kurken wigjes gebeurt op de podobaroscoop (voetspiegel) onder de voetzool. De invloed van de dikte van de wigjes (1, 2 of 3 mm) wordt ter plekke besproken.
Tot slot bekijken we de meegebrachte schoenen op afslijtpatroon, juiste lengte- en breedtemaat en geef ik ook schoenadvies. Na het onderzoek maak ik de therapiezolen op maat, deze zijn meestal in dezelfde week klaar.
Het is verstandig om de eerste weken de therapiezool zoveel mogelijk te dragen. Het lichaam moet zich kunnen aanpassen aan de nieuwe situatie en heeft geen baat bij een jojo-effect. De aanpassing kan tijdelijk voor enige spierpijnachtige klachten zorgen. De originele inlay moet uit de schoenen worden gehaald om plaats te maken voor de therapiezool. Bij voorkeur niet op een te hoge hak lopen tijdens het dragen van de therapiezool, maximaal 2 tot 3 cm.
Het streven is om in de toekomst weer onafhankelijk of minder afhankelijk van de zolen te zijn.